top of page

Kortgeding Leuven,
25 oktober 2022

Herhaaldelijk vernederende beweringen doen zonder bewijs om iemand te beschadigen en een boek beter te verkopen overschrijden het normaal zorgvuldig gedrag in het kader van de vrijheid van meningsuiting – verbod om te belasteren op sociale media onder verbeurte van een dwangsom. 

 

“Het door hem gehanteerde taalgebruik en gratuite er vernederende beweringen onder ht mom van vrijheid van meningsuiting daar waar deze verklaringen kennelijk bedoeld zijn om eisende partij te beschadigen en zijn nieuw of bijgewerkt boek onder de aandacht te brengen en hogere verkoopcijfers op te leveren, overschrijden kennelijk de grenzen van een normaal zorgvuldig gedrag bij het aanprijzen van een boek door een auteur… De kortgedingrechter kan ervan uitgaan dat hij naar aanleiding van het uitkomen van deze bibilografie … nog bijkomende lasterlijke en vernederende beweringen zal doen op de sociale media.  Deze bijkomende schade die hierdoor zal veroorzaakt worden aan eisende partij en haar familie moet vermeden worden en rechtvaardigt een ingrijpen van de kortgedingrechter.”

Michael

Verstraeten

ADVOCATUUR | ADVIES

ADVIESVERLENING

Een advocaat voert niet alleen betwistingen maar adviseert zijn cliënten ook. 

Opstellen van contracten, voeren van onderhandelingen, overnames van bedrijven, vermogensplanning, familiale planning, … Het zijn allemaal terreinen waarin we tussenkomen. 

Bij onze benadering proberen we zoveel mogelijk te begrijpen van wat u doet en wat u wil. Onze aanpak is te omschrijven als holistisch. Zonder zweverig te worden. We blijven altijd met onze beide voeten stevig op de grond. Het is belangrijk om onze adviezen correct in te passen in uw hele brede leven. Of in de totaliteit van uw bedrijfsvoering. 

Veel bedrijfsovernames lopen mis omdat er te veel in silo’s wordt gewerkt. De menselijke factor wordt miskend. Er is overschatting van de mogelijkheden. 

Over het algemeen falen tot 80 % van de bedrijfsovernames.  

Door onze holistische aanpak zijn we er tot nu toe in geslaagd om meer dan 80 % van de bedrijfsovernames waarbij we waren betrokken, wel te doen slagen.  

BIO Michael
Verstraeten

6 Mei 1970 | day 1

Juni 1987 | Latijn – Wiskunde, Lyceum Gent 

Juli 1992 | Licentiaat rechten, Universiteit Gent, onderscheiding

Juli 2008 | Master of Business Association, Vlerick Business School, grote onderscheiding. 

September 2018 | Attest cassatieprocedure in strafzaken. 

Hof van Beroep, Gent
21 december 2022

Vennootschap die werd ontbonden met afsluiting van de vereffening terwijl nog een vordering van haar hangende was, verliest haar vorderingsrecht. 

 

“Als gevolg van haar in vereffening stelling en onmiddellijke sluiting van de vereffening per 30/12/2020, beschikt de geïntimeerde in vereffening niet langer meer over enige actieve rechtspersoonlijkheid om in rechte als eisende partij op te treden, doch slechts over een passieve rechtspersoonlijkheid die haar schuldeisers toelaat op haar alsnog een schuldvordering te verhalen, die die haarzelf toelaat om in rechte verweer te voeren tegen vorderingen die te haren aanzien werden ingesteld voor de beslissing tot afsluiting van de vereffening. Niettegenstaande de geïntimeerde in haar hoedanigheid van geïntimeerde, als verwerende partij in hoger beroep optreedt, dient dit optreden in rechte te worden beschouwd als het optreden als eisende partij in de materieelrechtelijke zin, en dus niet in de strikte procesrechtelijke zin, zodat zij in onderhavige procedure niet in rechte kan (blijven) optreden (Gent, 8 februari 2013, TRV 2014, 169).”

MICHAEL

VERSTRAETEN

JURIDISCHE
MERITES

beslissingen van hoven en rechtbanken in zaken die we vrij recent hebben behandeld

Beslissingen van hoven en rechtbanken in zaken die we vrij recent hebben behandeld. 

JURIDISCHE MERITES

Hof van Beroep Gent,
8 november 2022

Inbreuk op de privacy door het verspreiden van foto’s van dodelijke verkeersslachtoffers op sociale media – strafbaar. 

 

“Anders dan het middel voorhoudt, voorziet deze bepaling niet in een algemene zelfstandige grondslag voor het verval van de strafvordering met betrekking tot de misdrijven bedoeld in de artikelen 222 e.v. van de Gegevensbeschermingswet in functie van de bedoelde mededeling door het openbaar ministerie, maar beoogt zij de naleving van de non bis in idem regel in geval van samenloop van een administratiefrechtelijke vervolging voor eenzelfde inbreuk…. In het licht van wat voorafgaat moet worden aangenomen dat alle beklaagden wisten dat het plaatsen van de bedoelde foto op de voormelde sociale media tot gevolg zou hebben dat deze foto op onbeperkte wijze zou verspreid worden.  Daarbij wordt rekening gehouden met de uit de strafinformatie blijkende vaststellingen dat geen van de beklaagden het plaatsen of doorsturen van de bedoelde foto gepaard liet gaan met enige waarschuwing of beperking wat betreft het verder doorsturen daarvan, en dat beklaagden de foto plaatsten op sociale media waarvan zij wisten dat deze in dit geval toegang verleenden aan tal van gebruikers die niet behoorden tot hun onmiddellijke familiale of sociale omgeving.”

Cassatie,
28 juni 2022

Art. 149 Grondwet, niet beantwoorden van middelen door het hof van beroep – gedeeltelijke vernietiging. 

Hof van Beroep Gent,
29 oktober 2021

Verkoop van bouwgrond na verkaveling – bij verborgen gebreken geldt dat er binnen een korte termijn een rechtsvordering moet worden ingesteld – afwijzing van de aansprakelijkheidsvordering. 

 

“Zelfs al mochten de appellanten het nog bij het rechte eind hebben dat de korte termijn van art. 1648 B.W. in deze eerst een aanvang zou hebben kunnen nemen met het deskundig voorverslag d.d. 21 september 2002 van de gerechtsdeskundige, waarin zij door het hof evenwel niet worden gevolgd, dan nog is het hof van oordeel dat de dagvaarding op 10 juli 2003 uitgaande van de appellanten, zich niet meer binnen de korte termijn van art. 1648 B.W. situeert in deze.” 

Correctionele Rechtbank Gent ,
21 mei 2019

Een stadsboerderij met aquacultuur in 2 containers in een zone voor bedrijven is niet toegelaten en strafbaar – procedure na klacht. 

 

"Sinds 1 maart 2018 is het decreet van 25 april 2014 betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning in werking. De VCRO werd grondig gewijzigd.  De feiten zijn echter (nu) onder artikel 6.2.1. VCRO strafbaar gebleven.  Ten onrechte houden de beklaagden voor dat het plaatsen van de containers is vrijgesteld van stedenbouwkundige vergunning.  Alleen reeds wegens de strijdigheid met het BPA is de vrijstelling niet van toepassing (artikel 1.4 Vrijstellingenbesluit).” 

Hof van Beroep Antwerpen,
4 oktober 2018

Concurrentiebeding in een contract van 5 jaar – geldig maar de rechter kan matigen wanneer het beding een onredelijke beperking van de concurrentie inhoudt. 

 

“Een niet-concurrentiebeding dat een onredelijke beperking van de concurrentie naar voorwerp, territoriuim of duur oplegt, is nietig.  Indien een beding strijdig is met een bepaling van openbare orde om reden van een ongeoorloofde beperking van vrijheid van handel en nijverheid kan de rechter indien een partiële nietigheid mogelijk is, de nietigheid behoudend de wet zulks verbiedt, beperken tot het met deze bepaling strijdige gedeelte van het beding, op voorwaarde dat het voorbestaan van het beding beantwoordt aan de partijbedoeling…. Op het vlak van de activiteiten brengt het hof deze matiging aan. … Qua duur is bepaald dat de uitwerking ervan geldt gedurende 5 jaar na de beëindiging van de overeenkomst.  Er is geen reden om deze termijn te matigen…. Gelet op het specifieke product, … en de daaraan verbonden knowhow en de investeringen die door de appellante zijn gedaan om het product op de markt te brengen, is een termijn van 5 jaar om haar marktpositie te beschermen niet onredelijk.” 

Cassatie,
8 mei 2012

Een voertuig dat zich niet bevindt in een woning of aanhorigheden ervan waar een huiszoeking regelmatig wordt uitgevoerd, kan enkel het voorwerp uitmaken van een doorzoeking door een politieambtenaar wanneer deze daartoe opdracht gekregen heeft van de onderzoeksrechter, mits uitdrukkelijke toestemming van de eigenaar, bestuurders en passagiers, of, onverminderd andere hier niet toepasselijke wetsbepalingen, in de gevallen en mits naleving van de voorwaarden bepaald in artikel 29 Wet Politieambt, dat bepaalt dat de politieambtenaren kunnen overgaan tot het doorzoeken van een voertuig indien zij, op grond van de gedragingen van de bestuurder of de passagiers, van materiële aanwijzingen of van omstandigheden van tijd en plaats, redelijke gronden hebben te denken dat het voertuig werd gebruikt, wordt gebruikt of zou kunnen worden gebruikt om een misdrijf te plegen, om opgespoorde personen of personen die aan een identiteitscontrole willen ontsnappen, een schuilplaats te geven of te vervoeren, of om een voor de openbare orde gevaarlijk voorwerp, overtuigingstukken of bewijsmateriaal in verband met een misdrijf op te slaan of te vervoeren; daarentegen volstaat het niet dat de eigenaar van het voertuig geen protest, verzet of aanmerking uit opdat de politieambtenaren geldig zouden overgaan tot de doorzoeking.

Enkele interessante uitspraken
die al wat ouder zijn. 

Cassatie,
12 september 2006

De appelrechters mogen in gevolge een hoger beroep van de burgerlijke partijen de aan hen toegekende schadevergoeding niet verminderen ten voordele van de beklaagde. 

Kortgeding Brussel,
25 juni 1997

Rechtzetting in een TV-opname

“Door in een tv-reportage over «assisentoeristen» met een bepaalde assisenzaak als achtergrond, niet te vermelden dat de jury eiseres had vrijgesproken van moord, hebben de samenstellers van de litigieuze uitzending manifest onjuiste achtergrondinformatie verstrekt aan de kijkers met schadelijke gevolgen vandien voor eiseres. Er zijn ernstige redenen om verweerder te verplichten na onderhavig vonnis de uitzending van de antwoordrechtzetting zoals hierna in het beschikkend gedeelte van het vonnis geformuleerd tijdens de eerstvolgende uitzending van het programma tweemaal aan te kondigen en uit te zenden tijdens de daaropvolgende uitzending van het programma. “

Cassatie,
24 september 1997

Het cassatieberoep van het ministerie van financiën is niet ontvankelijk omdat de voorziening werd betekend aan de procureur des konings, terwijl de verweerder in cassatie woonplaats had gekozen op het kantoor van zijn advocaat. 

bottom of page